Nepdocumentaires, op sterk water gezette foetussen, een zwartkomische film over kinderkanker; Lodewijk Crijns is een beruchte filmmaker. Zijn nieuwe genrefilm Bumperkleef verschijnt 31 oktober in de bioscoop. Ditmaal geen taboes die omver worden geschopt, maar een geweldige mix van horror, suspense en zwarte humor.
Vraag een groep willekeurige bioscoopgangers om een Nederlandse filmmaker op te noemen, en waarschijnlijk komen er namen als Paul Verhoeven en Alex van Warmerdam voorbij. Hooguit wordt dit kleine rijtje nog aangevuld met Martin Koolhoven, tegenwoordig vooral bekend om zijn optredens in DWDD, want zijn laatste film (Brimstone) is alweer uit 2016. Maar gooi de naam Lodewijk Crijns in het grote publiek, en je zal vooral vragende gezichten krijgen. Zeer ten onrechte, zo blijkt deze week ook weer uit Crijns’ ijzersterke nieuwe film Bumperkleef, over een flink uit de hand gelopen snelwegruzie na een fanatieke bumperkleefactie.
Lodewijk Crijns (49) liet al tijdens zijn tijd op de Filmacademie zien dat hij een enorm talent was die ook heel graag de grenzen van de soms wat gezapige Nederlandse filmcultuur opzocht – en deze af en toe ook met sardonisch genoegen overschreed. Hij werd tijdens zijn studietijd al bekend en berucht met de fake-documentaires Kutzooi (over drie jonge spijbelende scholieren) en Lap Rouge (over twee zonderlinge broers en hun hoogbejaarde moeder) waarvan de halve wereld dacht dat het echt was. Al had de scène met een overleden zusje die als foetus in een pot met sterk water was opgezet, toch wat vraagtekens moeten oproepen. Maar zelfs als je nu Lap Rouge (1996) weer terugziet, geloof je onmiddellijk weer dat je naar het echte leven zit te kijken, zelfs als je bedenkt dat we nu veel alerter zijn op nepnieuws en in scène gezette beelden. Crijns was zijn tijd duidelijk ver vooruit.
Een paar jaar later zorgde hij opnieuw voor flink wat ophef met zijn film Jezus is een Palestijn (1999) met cabaretier Hans Teeuwen als een doorgeslagen twintiger die zichzelf heeft doorboord met ontelbare piercings. Als het jaar 2000 eraan komt, gelooft hij dat de messias op aarde terugkeert, en wel als Palestijn. Een dak op een flat in de Amsterdamse Bijlmer zou de plek van de wederkomst zijn. De film trok nog geen 30.000 bezoekers, maar was wel een originele poging om religieus fanatisme op de hak te nemen, lang voordat het een maatschappelijk thema werd.
Andere invloedrijke films van Crijns waren Loverboy (2003) en Met grote blijdschap (2001). Zijn volgende film kon hij pas ruim tien jaar later maken: de verfilming van het politiek incorrecte boek Alleen maar nette mensen van Robert Vuijsje, over de botsing tussen een net gezin uit Amsterdam Zuid en een gezellige zwarte familie uit de Bijlmer, met een bak aan heerlijk vet aangezette clichés. En dat je over kinderkanker ook een zwartkomische film kan maken, bewees Crijns in 2014 met Kankerlijers.
Politieke (in)correctheid is een rode draad in het werk van Lodewijk Crijns.
Het bleef daarna wederom vijf jaar stil. Terwijl de ene na de andere romantische komedie met ‘liefde’ in de titel de Nederlandse bioscopen teisterde, ploeterde Crijns aan nieuwe projecten. Met soms flink wat tegenwind. Zo schoot volgens Crijns de toekomstig directeur van het Filmfonds, Bero Beyer, een ambitieus nieuw filmproject van hem af. En bij het huidige Filmfonds vonden ze zijn filmscript rond een bende van Marokkaanse criminelen te negatief en te stigmatiserend. Terwijl Crijns dit straatgeweld zelf jaren om zich had meegemaakt.
Het is duidelijk dat het thema ‘politieke (in)correctheid’ een rode draad in het werk van Lodewijk Crijns is. Maar het is ook niet een filmmaker die hier fanatiek in blijft hangen. Zijn nieuwe film Bumperkleef is namelijk vooral een ijzersterke genrefilm. Ditmaal geen taboes die omver worden geschopt, maar een geweldige mix van horror, suspense en zwarte humor. En ook hierin laat Crijns weer zien wat voor een ongekend filmtalent hij is. Tot nu toe was dit genre het terrein van regisseur Dick Maas, met films als Sint en Prooi. Maar waar Maas’ films vaak houterig en knullig overkomen, daar weet Crijns je negentig minuten lang in je bioscoopstoel te drukken.
Het wordt hoog tijd dat dit recalcitrante filmtalent nu eindelijk een groot publiek bereikt.
Bumperkleef, door Crijns zelf geschreven, gaat over Hans (Jeroen Spitzenberger), een wat arrogante veertiger die alles zelf wel denkt op te kunnen lossen. Samen met zijn vrouw (Anniek Pheifer) en twee jonge dochters rijdt hij in zijn enorme Volvo XC90 naar zijn ouders voor een plichtmatig familiebezoek. Maar Hans heeft haast en rijdt al snel 160 km/uur waar hij maar 100 mag. Tot hij een wit bestelbusje voor zich krijgt dat zich wel aan de snelheid houdt, maar waar hij niet langs kan. En dan begint de nachtmerrie pas echt. De man in het busje (Willem de Wolf) neemt namelijk op sadische wijze wraak op bumperklever Hans.
Crijns heeft met Bumperkleef een film gemaakt die zich kan meten met de beste genrefilms uit het buitenland. Het wordt hoog tijd dat dit recalcitrante filmtalent nu eindelijk een groot publiek bereikt, zodat binnenkort ook de naam ‘Lodewijk Crijns’ in het rijtje bekende Nederlandse filmmakers terecht gaat komen. En laten we hopen dat de toekomstige Filmfonds-baas Crijns niet opnieuw in een politiek-correct keurslijf zal proberen te persen. We hebben hier grote behoefte aan filmmakers die wat tegengas geven. Kijk maar naar Bumperkleef.
Bumperkleef draait vanaf 31 oktober in de Nederlandse bioscoop.