De Gouden Kalveren staan met hun rug naar het publiek

Na de uitreiking van de Gouden Kalveren werpt filmrecensent Nico van den Berg een kritische blik op het Nederlandse filmklimaat. Zijn de Gouden Kalveren niet vooral een feestje voor de incrowd?

Vrijdagavond zijn ze weer uitgereikt: de Gouden Kalveren, als jaarlijks sluitstuk van het Nederlands Film Festival in Utrecht. Met als winnaar de Brits-Nederlandse film Dirty God die drie beeldjes kreeg: beste film, beste regie (Sacha Polak) en beste muziek (van Rutger Reinders, de partner van Sacha Polak). Zowel de nominaties als de uiteindelijke winnaars worden verkozen door een heuse Academy, net als bij de Oscars. Het zou daarmee de thermometer van de Nederlandse cinema moeten zijn. Dirty God draaide op een flink aantal filmfestivals, waaronder het International Film Festival Rotterdam, maar de film trok slechts 26.000 Nederlandse bioscoopbezoekers. Een groot verschil met de winnaar voor beste film van vorig jaar: Bankier van het Verzet, met meer dan 400.000 bezoekers. Maar dat was een absolute uitzondering. Kunnen we spreken van een draagvlakprobleem voor de Gouden Kalveren, of moeten we accepteren dat het vooral een feestje voor de film-incrowd is?

Het begon al met het bekendmaken van de nominaties vorige maand. Prima films die werden verkozen, maar je vroeg je meteen af wie ze eigenlijk heeft gezien. De ‘grootste film’ uit het rijtje was Niemand in de stad van Michiel van Erp die zo’n 40.000 bezoekers wist te trekken. De film kreeg negen nominaties, maar wist er maar twee te verzilveren, namelijk beste camerawerk en beste vrouwelijke bijrol. De film was vorig jaar de openingsfilm van het Nederlands Film Festival en werd daarna met veel marketingkracht de bioscopen in geslingerd. De hoop dat dit een groot jong en studentikoos publiek zou trekken, bleek al snel ijdel te zijn.

 De Oscars zouden een moord doen voor een publieksprijs.

Het publiek ging wel massaal naar Bon Bini Holland 2 met de populaire Rotterdamse komiek Jandino Asporaat in tig vermommingen. Was deel 1 al een succes met een half miljoen verkochte bioscoopkaartjes, deel 2 ging er met 700.000 bezoekers flink overheen. Niet gek dus dat Bon Bini Holland 2 gisteren het Gouden Kalf namens het publiek kreeg. Maar Asporaat kreeg het beeldje niet tijdens het Gouden Kalveren Gala zelf, maar eerder al op RTL4, uit handen van een presentator van RTL Boulevard. De Oscars zouden een moord doen voor een publieksprijs om zo het draagvlak voor de prijs te vergroten. In Nederland hebben we zo’n prijs, maar weigeren vervolgens om deze op het ‘sjieke’ gala uit te reiken en besteden het liever uit aan een entertainmentrubriek op een commerciële zender.

Ook als je kijkt naar de genomineerde producties voor beste film, lijkt het criterium vooral te zijn geweest om een rijtje obscure films bij elkaar te gooien. Niets mis met films als God Only Knows en Mijn bijzonder rare week met Tess – integendeel. Maar waarom zo’n hoog arthouse-gehalte? Waarom werd een creatieve en goed gemaakte film als Baantjer Het Begin niet met een nominatie voor Beste Film beloond? Of een verfrissende en toegankelijke film als De Libi, over een groepje streetwise kids uit Amsterdam Nieuw-West? De Libi wist wel de twee nominaties die het desondanks kreeg – voor beste scenario en beste mannelijke bijrol – honderd procent te verzilveren. En dat leverde op het podium in de Stadsschouwburg bij het in ontvangst nemen van de zeer verdiende Kalveren in elk geval mooi spektakel op, waar de meeste andere dankwoorden maar schril bij afstaken.

 Musters’ woorden zorgden, ondanks zijn fysieke afwezigheid, voor een van de meest bijzondere momenten van de avond.

Gelukkig waren er ook een paar mooie speeches. Actrice Rifka Lodeizen had een persoonlijk verhaal over angsten, naar aanleiding van haar rol in de serie Judas, over de zus van Holleeder. Verder las actrice Monic Hendrickx een dankwoord voor van Marcel Musters, die vanwege zijn burnout niet zelf zijn Gouden Kalf voor zijn mooie rol in God Only Knows op kon halen. Maar Musters’ woorden zorgden, ondanks zijn fysieke afwezigheid, wel voor een van de meest bijzondere momenten van de hele avond. En filmer Erwin Olaf had een ontroerend audiobericht over de kort geleden overleden production designer Floris Vos.

Maar verder zagen degenen die de livestream van de uitreiking bekeken – op tv wordt het Gouden Kalveren Gala al jaren niet meer uitgezonden – vooral een incrowd die met zichzelf bezig was. Zo werd in veel speeches gesproken over de hashtag #circleoffilm, dat deel uitmaakt van een lobby vanuit de filmindustrie richting de politiek om meer geld te krijgen. Trending wilde deze hashtag trouwens niet worden: ik kon maar drie (!) tweets vinden waar #circleoffilm in werd genoemd. Hopelijk is de politieke lobby wat succesvoller.

 Ook de naam van Rutger Hauer werd nergens genoemd.

Tegenover deze in zichzelf gekeerde boodschap stond het gebrek aan aandacht voor mensen als filmkenner Jac. Goderie, die tijdens het Gala het Gouden Kalf voor de Filmcultuur in ontvangst mocht nemen, maar nauwelijks tijd kreeg voor een gedegen eerbetoon. Terwijl hij zestien jaar lang het populaire filmprogramma Filmspot op tv presenteerde en jarenlang alle Pathé bioscopen programmeerde. Ook de naam van Rutger Hauer, wiens overlijden eerder dit jaar groot nieuws was, werd nergens genoemd. En dat is toch echt geen kwestie van geld en budget. Zo stimuleer je natuurlijk nooit een nationale filmcultuur. Die Gouden Kalveren moeten hoognodig eens de stal uit, de echte wereld in.

Origineel: https://www.hpdetijd.nl/2019-10-05/de-gouden-kalveren-staan-met-hun-rug-naar-het-publiek/?share_code=OXB78wZUl0Ba