Op 20 juli pende ik rond de grote release van de nieuwe oorlogsfilm van Christopher Nolan drie stukken over de film. Naast een stuk over de verschillende formaten waarin de film werd uitgebracht en een stuk over de Duinkerke-mythe rond de Brexit was er natuurlijk ook een recensie. Helaas gebaseerd op de postzegelvertoning bij Warner. Had ik de indrukwekkende vertoning in de IMAX Laserzaal van Kinepolis Brussel als eerste gezien, dan was de recensie een stuk positiever uitgevallen.
Dunkirk regisseur Christopher Nolan en cameraman Hoyte van Hoytema zijn grote liefhebbers van het klassieke 70mm filmformaat, het liefst in IMAX. “Ga de film vooral zien zoals we hem bedoeld hebben, op een groot scherm!” roepen ze beide in koor in alle interviews. En dus kreeg de Nederlandse filmpers Dunkirk deze week te zien in een kleine screeningruimte bij distributeur Warner in Amsterdam, op een postzegeldoek en zonder surround geluid. Het is een wonder dat het oorlogsepos van Nolan toch nog behoorlijk overeind bleef.
De Slag om Duinkerke is één van de meest fascinerende hoofdstukken uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Het Britse leger stuurde aan het begin van de oorlog ruim 300.000 soldaten naar Frankrijk om daar, samen met Franse troepen, het oprukkende Duitse leger terug te dringen. De dreiging van een Duitse invasie in Groot-Britannië moest tegen elke prijs worden afgewend. Maar de Britten onderschatten de flexibiliteit en slagkracht van het Duitse leger. En het Franse leger was zo hiërarchisch ingesteld, dat het hopeloos achter de feiten aan bleef lopen. Met als gevolg dat alle Britten ingesloten raakten door het Duitse front en zich moesten groeperen op de grote stranden van de Franse badplaats Duinkerke. De Britse premier Churchill wilde maar één ding: alle troepen zo snel mogelijk weer thuis brengen, maar zonder daarvoor veel boten en vliegtuigen te moeten opofferen aan de vele Duitse bombardementen. Wat er toen gebeurde, is een Hollywood verhaal in de meest pure vorm: bijna alle Britse soldaten werden in een paar dagen geëvacueerd door een slimme actie waarbij bijna duizend kleine Britse (en een handjevol Nederlandse) vissersschepen en plezierjachten te hulp schoten. Hoe een terugtrekking toch een overwinning kon zijn.
Deze ambiguïteit is ideaal materiaal voor regisseur Christopher Nolan, die er met zijn Batman-reboot en films als Interstellar en Memento blijk van geeft complexiteit boven simplisme te stellen. Helaas heeft Nolan met zijn eerste oorlogsepos een volstrekt platgeslagen drama afgeleverd. De opbouw is nog wel interessant. De evacuatie zien we vanuit meerdere Britse personages: een piloot van een gevechtstoestel (Tom Hardy), de legeraanvoerder (Kenneth Branagh), een aantal soldaten (onder meer gespeeld door tieneridool Harry Styles) en een man in een vissersboot (Mark Rylance) die soldaten wil oppikken. Zoals verwacht komen de meeste lijnen uiteindelijk samen in een thriller-achtige culminatie. Maar verrassend? Nou, nee.
Het vreemde is dat Nolan zich vooral richt op het opvoeren van de spanning, maar tegelijk een behoorlijk schone oorlog laat zien. Het contrast met het gruwelijke begin van Steven Spielberg Saving Private Ryan kan niet groter zijn. Het gaat hier niet om het laten zien van afgehakte armen en benen, maar de oorlogsdreiging is nergens echt voelbaar. Ook de dialogen lijken soms eerder uit een B-film te komen dan uit de mouw van Nolan, die zelf het scenario voor de film schreef. Wat wel goed werkt is de spanningsopbouw: gaat de evacuatie lukken of niet. Dit wordt versterkt door de pulserende en effectieve soundtrack van Hans Zimmer, die met een eenvoudige score en een voortdurend tikkend horloge wegblijft van de bombast uit zijn eerdere films. De beelden van de Zweeds-Nederlandse cameraman Hoyte van Hoytema zijn indrukwekkend, maar worden verstoord door enkele matige CGI-effecten.
Maar het is vooral het soms stuitende simplisme dat na afloop van de film blijft hangen, net als de opgeblazen Britse heroïek. De Fransen worden tot figuranten gedegradeerd, de Duitsers zien we niet eens. Natuurlijk hoeven we niet alle kanten te zien, maar wat we wel zien moet overtuigend zijn. Dat mist nu. Wat overblijft, is een Brits triomfantalisme dat als munitie voor Brexit kan worden gezien. Voor wanhoop, angst en de gevolgen voor de achterblijvers is in dit filmframe geen plaats. Wat aan de meeslependheid van het verhaal een wrange nasmaak geeft.
Toch jammer, voor een film waar het Nederlands Filmfonds met trots zijn naam aan heeft verbonden, waar de Nederlandse acteur Jochum ten Haaf een kleine maar fijne rol in heeft en waar Urk een paar dagen lang volledig voor op zijn kop heeft gestaan.
Verschenen in Cine: http://cine.nl/dunkirk/