Sciencefiction thriller Ad Astra is zware kost, maar wel een van de beste Hollywoodfilms van dit jaar, vindt filmrecensent Nico van den Berg. Hij prijst ook het camerawerk van de Nederlandse Hoyte van Hoytema en hoofdrolspeler Brad Pitt de hemel in: “Brad Pitt op het toppunt van zijn kunnen.”
Veel jongetjes dromen ervan om astronaut te worden. In een ruimtepak stoer door de ruimte zweven klinkt inderdaad behoorlijk avontuurlijk. Maar kijk je naar de meeste films die zich in het heelal afspelen, dan word je daar niet heel vrolijk van. Het levert een opeenstapeling op van zwevende ruimtevaarders in diepe existentiële crises. Zie daar als bioscoopbezoekers maar eens opgewekt uit te komen. En ook Ad Astra, het meest recente voorbeeld uit het psychologische ruimtevaart-genre, is zware kost. Maar het levert wel een geweldige film op die nu al één van de beste Hollywoodfilms van dit jaar is, met Brad Pitt als sterkste troef.
Zoek je een film of serie die op een luchtige manier naar de ruimtevaart kijkt, dan blijft er weinig anders over dan Pigs in Space, het komische blokje in de Muppet Show met Dr. Strangepork en First Mate Miss Piggy als ultieme uiting van meligheid. Want zelfs achter een vrolijk ogende productie als Pixars Wall-E of het blockbusterkarakter van de Star Wars franchise gaan haast onvermijdelijk diepere gedachtes schuil. Zo weten we dat een vuilnisrobot zich ook eenzaam kan voelen en dat in een ‘galaxy far, far away’ Freuds theorie rond de levens- en doodsdrift nooit ver weg is.
Ad Astra mag dan wel in naam een film zijn van regisseur James Gray, het is vooral het project van Brad Pitt.
Meteen al in de opening verbindt regisseur James Gray de jongensboekromantiek met de diepere psyche. “Ik heb altijd al een astronaut willen worden. In de ruimte, maar wel met een blik op de uitgang”, zo horen we Brad Pitt als astronaut Roy McBride in een voice-over tegen zichzelf zeggen. Het is de aftrap van het verhaal dat nadrukkelijk voorbij de heroïek wil gaan. In dat opzicht is Ad Astra schatplichtig aan klassiekers als 2001: A Space Odyssey (1968) van Stanley Kubrick en Solaris (1976) van Tarkovski, die de ruimtevaart vooral als een metafoor gebruikten om grip te krijgen op de menselijke geest. Het is een mooi toeval trouwens dat Solaris in het kader van een grote Tarkovski-tentoonstelling met bijbehorend retrospectief de komende maanden ook een aantal keer in EYE Filmmuseum in Amsterdam in een prachtig gerestaureerde kopie op groot doek te zien is.
Ad Astra mag dan wel in naam een film zijn van regisseur James Gray, het is vooral het project van Brad Pitt, die zich de afgelopen jaren naast het acteren in de film ook achter de schermen intensief heeft bemoeid met het moeizame montageproces. En dat heeft de film waarschijnlijk goed gedaan, want de laatste films die James Gray zelf heeft gemaakt, waren nogal teleurstellend. Ad Astra is dat absoluut niet en het grensverleggende en ambitieuze karakter spat er vanaf. Meteen aan het begin al maakt de film korte metten met het 9/11 trauma in de VS, wanneer een toren die tientallen kilometers de lucht in steekt wordt getroffen door een aanslag. We zien explosies, brand en vallende mensen, adembenemend mooi vastgelegd door de Nederlandse cameraman Hoyte van Hoytema. De grote vraag is wie die aanslag heeft gepleegd.
Meteen aan het begin al maakt de film korte metten met het 9/11 trauma in de VS.
Na dit spectaculaire begin schakelt de film onmiddellijk terug naar het intieme plot. Ad Astra vertelt in essentie het verhaal van een verstoorde vader-zoon relatie. Roy McBride (Brad Pitt) is de zoon van een beroemde astronaut (mooi ingehouden gespeeld door Tommy Lee Jones) die jaren geleden op mysterieuze wijze verdween. Hij is inmiddels al lang doodverklaard, tot er een teken van leven wordt opgevangen. Roy wordt op ruimtemissie gestuurd om te zien of zijn vader toch nog in leven is. En of er een verband is met de recente aanslag op de megatoren.
Als een echte space cowboy wordt Roy, van wie de hartslag nooit boven de 80 komt, richting de planeet geschoten waar het signaal van zijn vader vandaan lijkt te komen. Maar de uiterlijke rust kan niet verhullen dat er in de geest van Roy een storm plaatsvindt. “De meesten van ons verstoppen zich het grootste deel van de tijd” zo verzucht hij dan ook. De ontmoeting met zijn vader zorgt voor een verwarrende mix van angst en verlangen. Angst omdat zijn vader misschien niet de goede man was die hij in koestert in zijn herinnering. En verlangen, om zichzelf aan hem te kunnen spiegelen. De ruimtereis wordt zo één langgerekte therapeutische sessie, met een climax die je zelf als kijker ook even de adem beneemt.
Goed en kwaad zijn geen tegenstellingen, maar vormen een onlosmakelijke eenheid in elk mens.
Ad Astra is een film die maling heeft aan heldendom. Goed en kwaad zijn geen tegenstellingen, maar vormen een onlosmakelijke eenheid in elk mens. Misschien klinkt dit als een plat cliché, maar de film laat zien dat een grote Hollywoodfilm niet per definitie leeg en nietszeggend hoeft te zijn. De prachtige muziek van Max Richter, met een mooie inbreng van de Duitse muzikant Nils Frahm, maken dat de hypnotiserende beelden van Hoytema nog meer bij je binnenkomen.
Het is duidelijk: met Ad Astra en Tarantino’s Once Upon A Time… In Hollywood is 2019 het jaar van Brad Pitt. Misschien gaat de Oscar wederom aan hem voorbij – hij heeft er nog nooit een gehad voor zijn acteerwerk – maar als acteur zit hij nu als ietwat gerimpelde en getroebleerde antiheld op het toppunt van zijn kunnen. Zijn verleden als gladde ‘wonderboy’ vergeven we hem graag.
Ad Astra is vanaf 19 september overal in de bioscoop te zien.
Hier de link naar het originele stuk: https://www.hpdetijd.nl/2019-09-18/in-ad-astra-is-brad-pitt-op-zijn-best-als-antiheld/