Reisbrochure met Joodse hoofdrolspelers – recensie ‘Rifkin’s Festival’

Wil je in Europa aan city marketing doen? Huur dan de inmiddels 85-jarige Woody Allen in! Je moet wel als gemeentestuur je portemonnee trekken, maar dan heb je ook wat. Zo betaalde Italiaanse bedrijven miljoenen dollars aan Allen voor het draaien van To Rome With Love (2012). “Nou ja, de Italianen belden me op en zeiden: ‘We betalen ervoor’.” aldus Woody Allen tijdens een openhartig moment in een interview. “Vanaf die tijd werd ik ook door andere landen benaderd die me uitnodigden om films in hun land te maken. Dat kwam goed uit, want in de VS vragen ze me niet meer.” 

Allens dik betaalde Europese advertorials brachten hem verder in Londen, Barcelona en Parijs. Amsterdam weigerde Allen achttien miljoen dollar over te maken, waarna onze hoofdstad van zijn radar verdween. In Spanje stonden geldschieters wel te trappelen om Woody Allens nieuwe film te financieren. Het leverde Rifkin’s Festival op, een ode aan de badplaats San Sebastian, die vanaf deze week in de Nederlandse bioscopen draait.

Reisbrochure
Op het eerste gezicht is Rifkin’s Festival de zoveelste verfilmde reisbrochure voor een Europese citytrip waar Allen tegenwoordig patent op heeft. Alsof de Spaanse zon nog niet fel genoeg is, is de film ook nog eens geschoten in ultra-strijklicht. Na het zoveelste shot van de baai waar San Sebastiaan bekend van is, vraag je af hoeveel zomerse oranje tinten een mens kan verdragen. Maar onder deze laag van filmpastiche zit een kant van Allen die verder gaat dan de clichématige Joodse neuroot die in elke film steevast de hoofdrol opeist.

Eerst maar even het verhaal, dat meer een kapstok voor Woody Allen is om zijn personages aan op te hangen dan dat het een doorwrocht dramatisch geheel is. Hoofdpersoon is Mort Rifkin (gespeeld door Wallace Shawn), ooit een gesjeesde filmprofessor maar tegenwoordig druk bezig met een roman waar hij vooralsnog geen letter voor op papier kan krijgen. En net als de personages die Allen in veel van zijn eerdere films zelf speelde, zit hij in een uitgeblust huwelijk en brengt hij zijn dagen slenterend, mijmerend of juist druk discussiërend door langs de boulevard van de pittoreske Noord-Spaanse badplaats. Reden dat hij hij er is, is het bekende filmfestival van San Sebastian, waar Rifkins vrouw Sue de pr doet van een Franse over het paard getilde regisseur. 

Als Rifkin merkt dat zijn vrouw wel erg gecharmeerd is van haar pr-object, ziet hij zich vrijgepleit om het met een jonge sexy vrouwelijke arts aan te leggen. Het verzinnen van pijntjes als excuus om bij haar langs te gaan kost hem geen enkele moeite, in tegenstelling tot zijn schrijfwerk. Dit alles vindt plaats tegen het decor van het jaarlijkse filmfestival. Of wat daar voor door moet gaan, want wat we zien – een rustig rondwandelende festivalpubliek, geflankeerd door dommige of juist snobistische journalisten – heeft niets te maken met de echte filmfestival-sfeer waar Woody Allen naar eigen zeggen zo enorm veel van houdt.

Nagespeelde klassiekers
Wat Rifkin’s Festival wel iets boven zijn vorige films uit tilt, zijn fijn nagespeelde scènes uit Europese filmklassiekers als Jules et Jim van François Truffaut, Federico Fellini’s Otto e mezzo en Citizen Kane van Orson Welles. Deze staan niet los van de film, maar vormen onderdeel van het verhaal. In mooi gedraaide zwartwit-beelden laten ze zien hoe Mort zich op een bepaald moment voelt, dan weer neurotisch of somber, dan weer opgetogen en vol lust. De mooiste nagespeelde klassieker is de iconische schaakscène uit Bergmans Het zevende zegel. tussen de duivel (geweldig gespeeld door Christoph Waltz) en Mort.

De liefde die Allen voor de Europese cinema uit de jaren zestig en zeventig heeft, spat met al deze hommages en verwijzingen letterlijk van het bioscoopscherm af. Dat maakt van Rifkin’s Festival een fijn filmpje, ook voor de niet-cinefielen die niet bij elke verwijzing met een grijns opspringen uit hun bioscoopstoel. Alleen al de Zweedse nasynchronisatie bij de Bergman-scènes moet ook bij de gemiddelde kijker op zijn minst een glimlach oproepen. Maar er is ook een andere kant: de duikvlucht die Woody Allen als relevante filmmaker al jaren geleden heeft ingezet wordt met elke film pijnlijker. De klassiekers die Allen zelf maakte – Manhattan, Annie Hall, Hannah and her Sisters – vormen een steeds groter contrast met de middelmaat die hij nu jaar na jaar uitbrengt. Dat hij zich daarbij steeds meer laat leiden door wat zijn financiers willen in plaats van zelf eigenzinnige keuzes te maken, helpt daarbij niet echt. Want als je de wereldpremière van Rifkin’s Festivallaat plaatsvinden op het filmfestival van San Sebastian zelf, dan ben je wel erg incestueus bezig als gerespecteerd regisseur. 

Over incestueus gesproken: vanwege de hardnekkige geruchten over mogelijk seksueel misbruik door Allen van zijn eigen dochter beëindigde Amazon vorig jaar vroegtijdig een filmdeal die ze met Allen hadden gesloten. Wat volgde was een miljoenenschikking én een film, A Rainy Day in New York, waar geen distributeur zich in de VS aan wilde branden. Pas nu, een jaar na de Europese uitbreng, draait deze film in een paar Amerikaanse bioscopen. En zelfs Allens boek, waar hij zijn kant van het misbruikverhaal in beschreef, werd als een hete aardappel door een paar uitgevers rondgegooid, om uiteindelijk onder de titel Apropos of Nothing toch dit voorjaar nog uit te komen. 

Tel Aviv of Jeruzalem?
Misschien moeten we accepteren dat Woody Allen zijn oude niveau niet meer haalt en zich bezighoudt met luchtige niemandalletjes uit pittoreske Europese steden. Vreemd eigenlijk dat hij als één van de meest bekende Joodse regisseurs van dit moment die zijn Joodse identiteit in bijna elke film flink op de voorgrond schuift, nog nooit een film heeft gemaakt in Tel Aviv of Jeruzalem. Er is in 2012 een grote lobby geweest om Allen met geld naar Israël te lokken, maar deze poging is gestrand. De vraag is nu vooral of het huidige Israël na al het gedoe rond Allen nog wel op hem zit te wachten. Zelfs voor de Joodse staat kennen zijn neuroses blijkbaar. 

Rifkin’s Festival draait vanaf donderdag 3 december in verschillende Nederlandse bioscopen

Origineel: https://jonet.nl/reisbrochure-met-joodse-hoofdrolspelers-filmrecensie-rifkins-festival/