Voor VERS Magazine sprak ik zomer 2018 met de jonge regisseur Vincent Boy Kars (28). Hij werd bekend als de filmmaker met een fascinatie voor porno. Zijn afstudeerfilm aan de AKV | St.Joost was My First Porn Film en voor de VPRO maakte hij de serie Vieze Film waarin hij samen met andere filmmakers het fenomeen pornofilm onderzocht. Recent maakte hij Independent Boy die eind 2017 op het IDFA in première ging. Inmiddels is hij met de VPRO en Halal Docs druk bezig met het vervolg hierop: Drama Girl. Een gesprek over beeldcultuur, volwassen worden en de rol van muziek in zijn films.
“Ik ben geboren in Utrecht maar opgegroeid in Kampen, vlakbij Zwolle. Dat was niet echt leuk”, zegt Vincent nadenkend. “Ik kwam daar toen ik vijf was en op mijn 18e ben ik er weggevlucht. Ik heb wel een superfijne opvoeding gehad, heel vrij. Er gebeurde alleen geen reet. Ik heb me er wel altijd een outcast gevoeld. Zo was er een christelijke basisschool tegenover ons huis waar ik wel eens speelde. Dan kwamen die kinderen van die basisschool naar me toe die wisten dat ik op de openbare school in de buurt zat. Ze vonden dan dat ik daar niet mocht spelen omdat ik niet in God geloofde.”
Was film toen al belangrijk voor je?
“Een vriendje van me had gelukkig een camera en een Apple computer met iMovie. Vanaf dat moment, ik was toen een jaar of tien, konden we zelf films gaan maken. We keken op een tv op onze grote zolder thuis met chips en Red Bull vooral grote blockbusters als de Ocean’s films, Lord of the Rings en James Bond. Het was de tijd van de videotheek, met 5 films voor 10 gulden. Door het kijken werden we geïnspireerd om zelf ook een soort Oceans Eleven te maken, alleen dan met een eigen script. Het was heel vanzelfsprekend eigenlijk. Ik deed het uit verveling, maar ook om me af te zetten tegen de cultuur in Kampen. Daarom ging ik op mijn achttiende ook weg uit Kampen. Voor de Filmacademie voelde ik me nog te jong. Ik wilde liever naar een kunstopleiding waar meer vrijheid was. Voor mijn gevoel kon dat minder bij de Filmacademie. Ik heb heel bewust voor Rotterdam gekozen, vanwege de rauwheid en het grootstedelijke karakter. Rotterdam was ook nieuw, Amsterdam kende ik al te goed. Vervolgens ben ik film gaan doen op de Willem de Kooning Academie en maakte daarna mijn studie af op de St. Joost in Breda. Ik heb heel bewust voor film gekozen. Dat komt omdat ik geïnteresseerd ben in verhalen vertellen en grote thema’s onderzoeken. Dat kan het beste met film, terwijl muziek maken, waar ik ook mee bezig was, meer directe persoonlijke expressie is. Film is een veel completer medium.”
Eén van de thema’s waar je je druk om maakt, is de toenemende beeldcultuur. In je laatste film Independent Boy zeg je zelfs dat dit ten koste gaat van onze fantasie en verbeelding. Toch ben je filmmaker geworden. Hoe valt dat te rijmen?
“Ik zeg niet dat beeldcultuur kut is. Beeldcultuur lijkt het belangrijkste in ons leven, ook in dat van mij. We kijken minstens de helft van de dag naar beeld. Maar wat me stoort hieraan is dat we steeds minder kritisch kijken. Het is zo indringend, dat we erdoor worden geïndoctrineerd. Ik heb het idee dat veel mensen de traditionele verwachting hebben dat documentaires informatief en journalistiek moeten zijn. Terwijl de documentaire uiteindelijk gewoon een kunstvorm is. Je kijkt naar de wereld van de maker, niet van het personage. In Vieze Film [de tv-serie over het maken van porno] heb ik daarom ook andere filmmakers gevolgd om duidelijk te maken welke keuzes ze maken om tot iets te komen. Omdat je bij porno je altijd afvraagt waar je naar zit te kijken. Ik zie echte seks, maar is dit echt en oprecht of juist niet? Dat was in mijn jeugd echt een ding. Ik zat toen al te analyseren wat beeld precies was. Mijn vader betrapte me toen ik 13 was een keer toen ik porno zat te kijken. Hij zei toen: ‘Als je maar weet dat dit niet echt is.’ Hoezo, dacht ik toen, ik zie toch een pik in een kut gaan? Sinds die tijd ben ik porno, maar ook reality tv, gaan bekijken met de vraag: hoe is dit geconstrueerd? Ik ben constant aan het analyseren: waar zit ik in godsnaam naar te kijken?”
Wat heel erg in je film Independent Boy naar voren komt, is je drang tot controle. Je stuurt het leven van je beste vriend door hem opdrachten te geven, maar ik heb het gevoel dat als de rollen omgedraaid zouden zijn, je het daar heel moeilijk mee zou hebben.
“Dat klopt, ik ben een echte controlfreak en in die zin ook een perfect voorbeeld van een millennial. Wij zijn opgevoed met het idee dat we ons eigen geluk kunnen creëren en daarmee kunnen controleren. Dit is ook meteen een last. Als ik kijk naar vrienden van me, zijn die vaak wel ten onder gegaan aan die druk van de maakbaarheid van je eigen leven, dat je alles kunt worden wat je wil. En dat is gewoon niet zo. Veel millennials die hier tegenaan zijn gelopen, hebben zichzelf kwalijk genomen dat ze niet in al die kansen en mogelijkheden zijn meegegaan, waardoor ze een enorm schuldgevoel hebben gekregen. Ik heb het geluk gehad dat ik een stabiele opvoeding heb gehad. Ik kwam uit een warm nest waar ik me nooit alleen heb gevoeld. Ook heb ik altijd veel vrijheid gehad, waardoor ik al snel in een goede flow terecht kwam. Voor mij is films maken een vanzelfsprekend leerproces, over mezelf en over het leven. En het is ook het enige wat ik kan.”
Waarin verschilt je nieuwe film van de vorige?
“Bij Independent Boy kwam de constructie vanuit de reality televisie, bij mijn nieuwe film Drama Girl wil ik fictie gaan gebruiken als middel om in een documentaire een ontwikkeling te veroorzaken. Ik laat hierin een jonge vrouw de hoofdrol spelen in een film gebaseerd op haar eigen levensverhaal. Door haar verhaal te fictionaliseren en na te spelen gaan we samen op zoek naar de kern en betekenis van haar verhaal. En daarmee ook het verhaal van mijn generatie. Independent Boy was een onderzoek naar de maakbaarheid van je toekomst. Drama Girl wordt een onderzoek naar hoe je nare gebeurtenissen uit het verleden een plek kan geven. En deel drie zal gaan over het vinden van geluk in het hier en nu. Als rode draad in deze trilogie is er de volwassenwording van de millennial, en daarmee ook die van mij. Na mijn triologie hoop ik het egocentrische te kunnen loslaten om zo wat meer volwassen te worden.”
Wie of wat zijn je inspiratiebronnen? “Wat film betreft, zijn makers als Ulrich Seidl en Aki Kaurismäki voor mij belangrijk. Maar voor mijn nieuwe film Drama Girl kijk ik nu vooral naar de klassieke cinema. Hitchcock en Scorsese bijvoorbeeld. Oude films zijn vaak interessanter dan nieuwe films, juist vanwege het ontbreken van het snelle en het flitsende. Ook is muziek in nieuwe films vaak oninteressant en niet inspirerend. Daar kan nog zoveel in gewonnen worden. Neem het werk van componist Bernard Herrmann in de films van Hitchcock. De gelaagdheid van zijn muziek, de composities, het mysterie, het raakt je op alle vlakken, maar je weer niet waarom. Terwijl je tegenwoordig in documentaires tijdens tragische momenten meteen een sneu pianomuziekje hoort. Het gaat alleen maar om het aandikken van de emoţie die moet worden vertolkt, terwijl muziek voor mij veel meer over een gevoel gaat dat je niet helemaal kunt plaatsen of begrijpen. In mijn nieuwe film wordt muziek dan ook superbelangrijk. Het wordt elektronische muziek, maar gebaseerd op oude filmmuziek. Die muziek wil ik ook op plaat uitbrengen. Dat is een echte droom van me.”
Hoe zie je jezelf over 15 jaar?
“Ik denk dat ik dan nog steeds films maak, al zou het ook wat anders kunnen zijn. Wat ik wel belangrijk vind, is iets te doen waarbij ik in diep contact met mensen sta. Voor mij is film wel een goede manier hiervoor. Wel denk ik dat ik eindig als fictiemaker in plaats van documentairemaker. Ik hou van een wereld waar ik alles honderd procent kan controleren. Al weet ik niet of het dan betere films worden. Misschien worden ze wel heel saai. Goede Europese slow cinema die de kijker aan het denken zet over de complexiteit van het leven, dat wil ik uiteindelijk maken.”
Verschenen in VERS Magazine: https://issuu.com/versfilmentv/docs/vers2018_issue